Ton Stam Schagen

Vezels verlagen het cholesterolgehalte

Sommige voedingsmiddelen helpen je bij het naar beneden brengen van je cholesterolgehalte. Zo is van sommige vezels bekend dat ze het cholesterolgehalte verlagen.

Wat zijn vezels?

Voedingsvezels (ook wel vezels genoemd) zijn koolhydraten die in de dunne darm nauwelijks worden verteerd. Er zijn verschillende soorten vezels. De vezels die niet-fermenteerbaar worden genoemd, gaan na het eten onveranderd door je darmen heen. Onderweg nemen ze vocht op en zwellen ze op. Het resultaat: je ontlasting blijft lekker soepel. Niet-fermenteerbare vezels zitten vooral in volkoren graanproducten, peulvruchten, zaden, noten, de schil van groente en fruit.

Er zijn ook vezels die wél worden afgebroken in je darmen. Dit zijn de fermenteerbare vezels. Bacteriën in je darmen zorgen voor die afbraak. Hierbij komen stoffen en gassen vrij die je ontlasting soepel houden en je stoelgang bevorderen, maar je dus ook winderiger maken. Eigenlijk zijn fermenteerbare vezels dus voedsel voor goede bacteriĆ«n in je darmen. En hoe meer van die goede bacteriën er in je darmen groeien, hoe beter dat is voor je gezondheid en je weerstand. Dit soort vezels zit vooral in groenten, peulvruchten, fruit en sommige granen.

Vezels voor een betere gezondheid

Iedere dag heb je zo'n 30-40 gram vezels nodig. Niet alleen voor een soepele stoelgang en een betere weerstand, maar ook voor je bloeddruk is een vezelrijke voeding goed.
Verschillende onderzoeken laten daarnaast zien dat er een verband is tussen het eten van vezels en een lager risico op coronaire hartziekten, een beroerte, diabetes type 2, borstkanker en darmkanker. Maar helaas eten we dat lang niet in Nederland. Gemiddeld komen we maar aan 20 gram per dag. Vrouwen eten iets meer vezels dan mannen.

Vezels voor een beter cholesterolgehalte

Vooral de vezels uit fruit en uit haver en gerst kunnen een positive invloed hebben op het cholesterolgehalte. In fruit zitten namelijk vezels die pectines heten en in en haver en gerst zitten vezels die we betaglucanen noemen. Juist die vezels kunnen het slechte LDL-cholesterolgehalte in je bloed verlagen. Ze nemen in de darmen veel vocht op en binden ondertussen ook nog wat cholesterol, galzouten en vetzuren. Door dat binden van cholesterol daalt het cholesterolgehalte van het bloed, en dan met name het ongunstige LDL-cholesterol.

Elke dag havermout

Je moet wel aardig wat haver(mout) eten (zo'n 85 gram) om effect te krijgen. Dus niet zo gek om je dag te beginnen met havermout pap of muesli of granola op basis van havermout. Denk ook aan een haverreep tussendoor of gebruik havermout voor het bakken van pannenkoeken, energierepen, cake, bananenbrood.

Fruit (met schil)

Fruit (met schil) Ook fruit eten helpt je dus aan een beter cholesterol, maar dan moet je wel kiezen voor fruit met relatief veel pectine. Niet iedere fruitsoort bevat namelijk evenveel pectine.
Appels, pruimen, aalbessen, kruisbessen, bramen, citroen, sinaasappel, en grapefruit bevatten relatief veel pectine, maar eet het dan wel als het kan het liefst mét schil.
Kersen, banaan, kiwi, meloen, perzik, nectarine, peer, mango en aardbeien bevatten vrij weinig pectine.
Bron(nen): Hartstichting Voedingscentrum

Naar begin pagina...