Ton Stam Schagen

Romeinse getallen

Grote getallen

Voor grote getallen had men ook andere, niet eenduidige schrijfwijzen.

De schrijfwijze voor 1.000 is bijvoorbeeld ook een stilering van een cirkel
(een gewone en een gespiegelde C) met een verticale streep in het midden.

De 500 is dan een halve gespiegelde cirkel met een verticale streep ervoor wat weer geschreven kan worden als een D

De 5000 is een verticale streep met twee gespiegelde C's en de 50.000 met drie gespiegelde C's

Twee concentrische cirkels stonden dan voor 10.000 en drie voor 100.000.

D of =500
M of =1000
=2000
=5000
=10.000
=50.000
=100.000

Vanaf 5000 kwamen er nog meer veranderingen.
Naast optelling wordt er ook vermenigvuldigd.


Er zijn speciale combinaties mogelijk met ev. een punt [•] om aan te geven dat de aanliggende waarden moeten worden vermenigvuldigd.

Zo is V•M vijfduizend. Daarachter komt een spatie en de rest van het getal.
Het getal 5555 wordt dan: V•M DLV

V•M of =5x1000=5000
X•M of =10x1000=10.000
L•M of =50x1000=50.000
V•M DLV=5x1000+500+50+5=5555


Een alternatief voor grote getallen is de schrijfwijze met een horizontale streep boven de letters.
In het Latijn noemt men dit een Vinculum of Titulus.
Deze geeft aan dat de waarde met 1000 vermenigvuldigd moet worden.

V=5000
X=10000
L=50000
C=100.000
D=500.000
M=1.000.000

We kunnen dus concluderen dat de benoeming van getallen in het Romeinse rijk aan verandering onderhevig was.
De diverse aanduidingen van getallen werden door elkaar en naast elkaar gebruikt, net hoe het uit kwam.

Naar begin pagina...